Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ohola nu hoereerde, zijnde [11]onder Mij; en zij werd verliefd op haar [12]boelen, op de [13]Assyriers, die [14]nabij waren; 11. Dat is, hoewel zij mijn getrouwde vrouw en onder mijn beheer was, zo werd zij mij nochtans ontrouw en boeleerde met anderen, in mijne plaats, gelijk het Hebreeuwse woord ook kan worden overgezet, doch niet zonder al zulke vervullling van den zin. 12. De heidense volken, met wie zij verbond maakte en hunne afgoden aannam; zie vs.7,30, enz. 13. Hebreeuws, Assur. 14. Zie 2 Kon.15:19; Jes.7:8,17,18; Hos.8:9,10, enz.